- Amerikaanse beurzen steven dit jaar opnieuw af op buitengewoon sterke rendementen, terwijl het beeld op Europese beurzen veel diverser is.
- Deze trend is per saldo al meer dan een decennium zichtbaar op de aandelenmarkten.
- Beursexperts Michael Nabarro en Gökan Erem belichten de verschillen tussen de VS en Europa.
ANALYSE – Sinds de verkiezingswinst van Donald Trump hebben Amerikaanse beurzen er nog een schepje bovenop gedaan in een toch al zeer sterk jaar voor aandelen in de VS, waarbij de S&P 500-index bijna 27 procent in de plus staat. In Europa is het beeld op de aandelenmarkten sinds de zomer daarentegen een stuk minder uitbundig. De brede Europese Stoxx 600-index staat dit jaar tot nog toe iets meer dan 8 procent in de plus.
In deze bijdrage staan we stil bij het grote verschil in rendement tussen de Europese en Amerikaanse aandelenmarkten, een fenomeen dat al jaren zichtbaar is. Gaat dat in 2025 eindelijk eens veranderen?
Voor zowel Europa als de VS is de verwachting dat centrale banken de beleidsrente komend jaar verder verlagen om de economie te ondersteunen, Een onzekere factor daarbij is de dreiging van hogere Amerikaanse invoertarieven als Trump in het Witte Huis trekt. Dat kan inflatoir werken, terwijl het basisscenario van centrale banken is dat de inflatie verder afkoelt in 2025.
De ontwikkelingen rond de economie en de inflatie zijn uiteraard van belang voor beursgenoteerde bedrijven, maar tegelijk zijn beurzen al geruime tijd geen weerspiegeling meer van de economie.
Het gedrag van de beurs wordt onder meer sterk beïnvloed door de mate waarin centrale banken via het monetaire beleid liquiditeit in het financiële systeem pompen. En daarnaast speelt de samenstelling van aandelenindices een grote rol. In de VS speelt bijvoorbeeld een selecte groep van grote techbedrijven al jaren een aparte rol op de beurs, het meest recent als aanjager van de AI-hype.
Mede door buitengewoon sterke omzet- en winstgroei van techbedrijven heeft beleggen in de VS sinds 2008 duidelijk geloond. Dit is te zien in de grafiek hieronder die een ratio weergeeft van de koersontwikkeling van respectievelijk Amerikaanse ten opzichte van Europese aandelen.
In de afgelopen veertien jaar is het verschil enorm opgelopen, waarbij beleggen in Amerikaanse aandelen sinds de grote financiële crisis een factor 3,5 méér rendement heeft opgeleverd, vergeleken met Europese aandelen.
Het feit dat de Amerikaanse beurs door de dominantie van de techsector meer een groeikarakter heeft, is terug te zien in de waardering van aandelen. Zo staat de koers-winstverhouding van de S&P 500-index op basis van de verwachte winst in de komende twaalf maanden op 24, terwijl dit voor de bredere Europese Stoxx 600-index rond de 13 is. Ofwel de waardering van aandelen ligt in de VS gemiddeld bijna tweemaal zo hoog als in Europa.
Zoals gezegd, zijn daar goede redenen voor. In het afgelopen decennium beleefde de VS een innovatiegolf die mogelijk werd gemaakt door een reeks technologische vernieuwingen rond bedrijven als Google (zoeken op internet), Apple (iPhone), Meta (social media) en recentelijk de AI-revolutie.
Ook biedt de VS per saldo een gunstiger investeringsklimaat voor groeibedrijven in vergelijking met sommige sterker gereguleerde markten, zoals bijvoorbeeld in Europa, waardoor er meer kapitaal naar de VS is gevloeid.
Echter, de waarderingen in de VS zijn inmiddels op historisch hoge niveaus beland, zoals we in onze bijdrage van afgelopen week aangaven. Hierdoor kunnen er wellicht aantrekkelijke kansen ontstaan in andere markten. De vraag is dan wel of je die kansen op indexniveau moet zoeken, of meer selectief op het niveau van sectoren en individuele aandelen.
Kijken we bijvoorbeeld naar de beurzen in Europa, dan is het beeld op indexniveau behoorlijk divers. In de grafiek hieronder zie je dat de brede Stoxx 600-index (zwarte lijn) met een rendement van iets meer dan 8 procent dit jaar niet heel uitzonderlijk presteert. Wat betreft de indices van individuele Europese landen zijn er vervolgens aanzienlijke verschillen.
De Duitse DAX-index (groene lijn) doet het in 2024 goed met grofweg een rendement van 22 procent. Het contrast met de Franse CAC 40-index (rode lijn) is groot, want de Franse hoofdindex staat licht in de min. Voor de DAX geldt wel als kanttekening dat dit een herbeleggingsindex is en dividenden dus worden geherinvesteerd.
Voor de volledigheid: de AEX-index (oranje) en de hoofdindices van België (bruin), Spanje (donkerblauw) en Italië (lichtblauw) noteren dit jaar allemaal plussen van rond de 15 procent.
Wat zegt het technische beeld over de Europese Stoxx 600 en de AEX?
Gegeven het diverse beeld in Europa, is het de vraag of er duidelijke kansen voor beleggers in Europa op indexniveau. Daarvoor kijken we hieronder wat meer in detail naar het technische beeld van de brede Stoxx 600-index en onze eigen AEX.
We beginnen met de Stoxx 600. In de grafiek hieronder zie je dat de jaarstart prima was, maar sinds mei zijn we weinig opgeschoten
De twee rode weerstandslijnen in de grafiek moeten doorbroken worden om weer wat fantasie in de brede Europese index te krijgen. Onder de horizontale, groene steunlijn is het mis.
Dan onze eigen AEX. Ook die kende een prima jaarstart met records gedurende de zomer, maar daarna was er per saldo weinig enthousiasme te bespeuren.
De getekende dalende trendlijn zal doorbroken moeten worden om de recordstanden weer in zicht te krijgen. Onder de groene steunlijn in de grafiek, gaat het echt vervelend worden.
Kortom, in tegenstelling tot de nog altijd opgaande trend van de Amerikaanse S&P 500-index, zoals we in onze bijdrage van afgelopen week schetsten, ziet het technische beeld er in Europa op indexniveau een stuk minder overtuigend uit. Anderzijds hebben we voor de brede Amerikaanse index geconstateerd dat die qua waardering niet goedkoop is.
Dit alles sterkt ons in de overtuiging dat 2025 een “bumpy road” zal worden voor aandelenbeleggers, waarbij er in de VS wellicht meer kansen liggen bij lokale fondsen en in Europa bij de grote mondiale spelers onder de beursgenoteerde bedrijven.
De keuze op het niveau van regio's, sectoren en individuele aandelen wordt zodoende nog belangrijker. Beleggers moeten rekening houden met meer beweeglijkheid op de beurs in 2025 en de beste kansen lijken vooralsnog te liggen bij bedrijven die kwaliteit en groei kunnen combineren.
Volgende week staan we stil bij het rentebesluit van de Federal Reserve en geven we ook wat suggesties qua sectoren en individuele keuzes waar je in onze optiek blootstelling aan moet hebben komend jaar.
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.